blonde rockgod |
Envy is the ulcer of the soul. |
 |
 |
|
Posted 01-09-2006 9:46 by blonde rockgod |
        |
|
De matjes en opnaai-emblemen mogen uit het straatbeeld zijn verdwenen, toch is de heavy metal-scene niet uitgerangeerd. Het genre is teruggekeerd naar waar het thuishoort: de onderstroom van het culturele leven. Een overzicht.
Heavy metal in de jaren tachtig, het leek wel een volksfeest. De haardracht op het schoolplein was één groot matje, mannen in zwartwit gestreepte leggings waren niet de dorpsgek, Kiss stond op 1 in de top40, AC/DC op 1 in de top40, kauwgumplaatjes van Van Halen, Vara’s Vuurwerk op de radio, MTV’s Headbangers Ball op tv.
En nu? De gitaar in overdrive is de mainstream popcultuur uitgescheurd. Zelden hoor je nog een powerchord op de muziekzenders, je kunt niet langer haarzwaaien op de Metal Night in de Amsterdamse Paradiso, de jongens in met logo’s behangen denim zijn verdwenen.
Het gaat slecht met de metal, zou je denken, maar zo is het niet. Volgens de muziekhandel zit in de verkoop van metal op geluidsdragers een omzetgroei van 20 procent, ondanks downloadleed. De speciaalzaak Boudisque opent in Utrecht een winkel met een complete metal-kelder: in de cd-bakken een oneindigheid aan nieuwe metalbands, uit Brazilië, Zweden, Japan. En een 25-jarig metalblad als Aardschok heeft in tijden van ontlezing nog geen abonnee verspeeld aan internet.
Volgens de hoofdredacteur van Aardschok, Mike van Rijswijk (Metal Mike), is de metal niet uitgerangeerd, maar teruggekeerd naar waar het genre thuishoort: de onderstroom van het culturele leven. ‘In de jaren tachtig werd de metal mainstream door een aantal acts die het hele genre meetrokken: Kiss, Van Halen, denk aan Final Countdown van Europe. Die heel grote metal-acts bestaan niet meer.’
Niet omdat de death, speed, of nu metal van tegenwoordig kwaliteit ontbeert, maar omdat ‘mega zijn’ gewoon niet zo bij de metal past, zegt Van Rijswijk. ‘Als een metalband te groot wordt, keert de fan zich ervan af. De aantrekkingskracht van de scene zit hem toch ook in het verlangen een buitenbeentje te zijn. Kids van 15 ontdekken nu Slipknot, een extreme nu metalband die optreedt met bizarre horrormaskers.’ Komt zo’n band een liedje doen in Top of the Pops, dan houdt het voor een jongere die dwars wil doen al snel op. Hij zal op zoek moeten naar obscure, gruntende death metal die het daglicht niet kan velen, want alleen als hij die uit zijn kamer laat knallen, weet hij zeker dat zijn ouders de jeugdpsychiater inschakelen.
Obscure death ontdek je natuurlijk niet op radio en tv, maar online. Via sites als myspace word je oneindig de diepte ingezogen, naar de zwartste black metal en de wreedste sludgecore en post metal. Op internet vindt ook het debat plaats, in Nederland op sites als metalfan.nl, lordsofmetal.nl en metal-maniacs.nl. De buitenstaander die het allemaal niet begrijpt? ‘Mooi, houden zo’, zegt een metalhead in de documentaire Metal. ‘We hebben elkaar niet nodig.’
HOKJESGEEST EN SUBGENRES
Heavy metal: lange haren, born to be wild, non-conformisme en vrijheid? Je wilt het geloven, maar wie duikt in de genres, de subgenres en de fusion genres van de harde muziek, kan niet anders dan concluderen dat de metal ten prooi is gevallen aan een voor de muziek ongekende hokjesgeest.
Death metal (of grunt metal) bijvoorbeeld, is een subgenre van de trash metal, die natuurlijk valt onder de heavy metal. Maar death metal kan weer worden onderverdeeld in melodic death metal (melodieuzer), technical death metal (technischer), brutal death metal (bruter), Florida death metal (uit Florida), blackened death metal (death met black metal invloeden), deathrash (death met trash), Scandinavian death metal (uit Zweden) en grindcore (death met hardcore). En dan zijn er van de grindcore ook wel weer een paar afsplitsingen te trekken.
‘Puur referentiekader’, zegt hoofdredacteur Mike van Rijswijk van metalblad Aardschok. ‘Bedacht door de metal-media om de lezer aan te geven waar een besproken plaat op lijkt.’ Dat referentiekader is dan wel aardig uit de hand gelopen. De paginalange lijsten met subgenres in de metal zijn steeds meer een maatstaf geworden om een band naast te leggen en te beoordelen. Of liever gezegd: een stok om een band mee te slaan.
De plaat Soul Survivor (1996) van de Zeeuwse death metal-band Gorefest werd na verschijnen door de kritiek en fans neergehoekt met het argument: geen echte death metal. André Verhuysen, Gorefest-kenner, publicist en organisator van het metal-festival Dynamo Open Air: ‘De mannen van Gorefest werden wat ouder, ze hadden een beetje genoeg van de death en maakten een plaat waarin ze af en toe klonken als de sleaze rock-band Thin Lizzy. Dat pikten de fans niet.’ Gorefest ging na Soul Survivor uit elkaar. Om in 2004 weer bij elkaar te komen, en een plaat te maken als La Muerte (2005). Verhuysen: ‘Toch weer pure death metal.’
Ook in de black metal, de stroming die zich toch aan louter satanische regels zou moeten houden, is het soms knibbelen aan de grenzen van het geoorloofde. Duikt in de nieuwe plaat van black metal-grootheid Darkthrone een synthesizer-klanktapijtje op, dan lezen we op de black metal fansites: ‘Tóetsen, dat kan geen black metal meer zijn. Voortaan toch maar rangschikken onder melodic death metal.’
BRUTER, HARDER... DRONE
Het ligt besloten in het genre van de heavy muziek: de neiging steeds sneller te spelen, steeds harder, bruter, heavier. Een metalhead wil na de speed van Judas Priest de trash van Metallica. Dan de pijnbankdreun van Slayer, enzovoort.
Een belangrijke ontwikkeling in de metal is dan ook de stijgende lijn richting oorverdovendheid. Memorabel markeerpunt op die lijn is de intrede van de deathgrunt in 1987, wanneer de band Death een scheur opentrekt en een nieuw genre tot leven wekt: de death metal. De zang is hier verworden tot een donkere doodskreet die rechtstreeks uit de onderbuik naar het strottenhoofd wordt gestiet. Deze angstwekkende reutel ligt op een (spijker)bedje van dubbele bassdrums (twee bassdrums en twee pedalen: de drummer trekt een sprintje) en extreem snelle gitaarriffs op gilsterkte die in paniek om elkaar heen wentelen. Herrie, maar onwaarschijnlijk muzikaal en virtuoos.
Verwant aan de death komt begin jaren negentig de black metal onstuitbaar opzetten vanuit Noorwegen en Zweden: zelfde meteorietinslag van razendsnelle dubbele bassdrums, zelfde orkaan van met plectrum versneden bas en gitaar, en een satanische wurgkreet waarover nog een stervend speenvarken krijst. Alsof je de poorten van de hel opentrekt tijdens het drukste folteruurtje.
Met de death en de black metal leek de ontwikkeling van de metal in de hardste regionen min of meer tot stilstand te komen. Volgens André Verhuysen van Dynamo Open Air omdat hier duidelijk een grens was bereikt. ‘Het kon eigenlijk niet harder en gemener. Omdat het ergens toch ook muziek moest blijven. Dus de laatste tien jaar is er nauwelijks ontwikkeling in de death en de black metal. Je kunt zeggen dat de stijl zich heeft uitgevonden en bewezen als waardig subgenre, maar evengoed dat een punt van verzadiging is bereikt.’
Zo raar is het dus niet, zegt Verhuysen, dat de hardste metal zich de laatste jaren haaks beweegt op de sneller-en-bruter-lijn, als een van de merkwaardigste subgenres die de heavy muziek in bijna vijfendertig jaar heeft gekend: de drone.
Bands als het Amerikaanse Sunn 0))) verspreiden live en op cd muziekgolven die zo laag zijn in frequentie, dat ze eigenlijk niet meer hoorbaar zijn maar uitsluitend voelbaar in de buik. Een ritme ontbreekt, maar de dreun (of drone) van uit elkaar rafelende bastonen wordt bijna een beat, zij het de traagst mogelijke. Luidsprekers in de huiskamer begeven het, de scheuren trekken door de muren van de concertzaal.
Is dit nog metal, vraagt de vertwijfelde metalhead die is blijven hangen bij Slayer zich dan af. Ja, zegt Sunn 0))), want luister naar Cursed Realms (Of The Winterdemons), op de laatste plaat Black One: donker, duister, pure evil.
MOOI ZINGEN MAG
De doodsgrunt heeft de metal al een decennium in de houdgreep. Maar voor een deel van de metalheads is die grunt toch altijd onverteerbaar geweest. Wat was er eigenlijk mis met het mooie zingen van vroeger, met de operette-achtige uithalen van Bruce Dickinson, de galm en trillers van Ronnie James Dio?
Voor dat zachte segment gebeuren er de laatste jaren mooie dingen in de metal. De metal-parodie The Darkness (geföhnt haar en jawel: een legging) was weliswaar niet bedoeld voor metalheads, toch maakte de mooi gezongen harde rock wat los bij een aantal heavy rockers van voorheen.
Van The Darkness wordt nu niets meer vernomen, maar de herwaardering van het mooie zingen in de metal is een feit. En Nederland loopt voorop in de stroming die het operazingen weer tot metalkunst heeft verheven: de gothic metal, door niet-liefhebbers ook wel ‘sprookjesmetal’ genoemd. De gothic of doom metal-band The Gathering wordt eind jaren negentig ongekend populair in Nederland en vooral Mexico. De band verlegt de koers de laatste jaren naar experimentele rock, maar kan toch als aanstichter worden gezien van een opleving van de ‘symphonische metal’ met zuivere vocalen.
De Nederlandse bands After Forever, Within Temptation en Epica doen het nu eigenlijk overal goed, maar toeren zich suf in Noord- en Zuid-Amerika. De Finse band Nightwish scoort wereldwijd met een soort middeleeuwse operette-variant, en Evanescence probeert satan op zijn Amerikaans tegenwicht te bieden met wat wel wordt omschreven als ‘christelijke rock’.
Maar mooi zingen blijft niet voorbehouden aan de gothen, want uit Australië en Nieuw-Zeeland komt met Wolfmother en The Datsuns een soort oer-hardrock overwaaien, die de cirkel van de metal in één klap lijkt te willen sluiten. Vroeger was het pas echt mooi, zeggen deze bands met psychedelische orgels en gitaarriffs die rechtstreeks uit het songbook van Uriah Heep zijn overgenomen. Headbangers opgelet: de seventies zijn onderweg.
DEATH: de eerste grunt van de band Death uit 1987 op de plaat Scream Bloody Gore bleek een blijvertje. Death rules metal, en dat blijft nog wel even zo. De band Deicide maakt al vijftien jaar death, maar is met nieuwe plaat The Stench of Redemption absolute top. Geschokt door Madonna aan het kruis? Luister dan vooral niet naar Deicides Death to Jesus.
SPEED: Eng snel, snoeihard, maar ook melodieus. Bachiaanse synchroon gespeelde dubbelsolo's doen het nog steeds goed. De band Trivium is zwaar beïnvloed door Iron Maiden, en niet voor niets in Maidens voorprogramma op wereldtournee. Ouderwetse speed? Nee, Trivium is eigenlijk wel hip. Wisselt oerschreeuwen af met erg Amerikaanse rockrefreintjes.
BLACK: Metal bezuiden de hemel, gemaakt ter meerdere eer en glorie van de Dark Lord. De Noorse band Gorgoroth maakt gitzwarte foltersoundtrack waar satan zelf nog van zou schrikken. Door de kenmerkende ‘corpsepaint’ nauwelijks serieus te nemen, maar toch: de laatste plaat Ad Majorem Sathanas Glorium hoort bij het beste wat de metal te bieden heeft. Onwerkelijk strakke, betoverende teringherrie met gilgrunt van engerd Gaahl.
DRONE: Heavy metal steeds sneller? Drone metal bewijst dat het geen voorwaarde is. Hoe langzamer, hoe beter. Subwoofers moeten hun stinkende best doen om deze diepe dreun een beetje helder de huiskamer in de krijgen. De 0 met de haakjes in de bandnaam SUNN 0))) (spreek uit ‘sun’, of ‘the sun’) staan voor de geluidsgolven die de band verspreidt. Rare band: optreden geschiedt in monnikspijen. Het cd-boekje bij plaat Black One verheldert weinig: dertien zwarte bladzijden.
 |