quote:
Oorsprong van het roken en van de pijp:
Historie: Met een kleine variatie op een bekend gezegde zouden we heel goed kunnen spreken over "de pijp van Columbus". De eerste Westerse kennismaking met het roken vond namelijk plaats in Amerika (Virginia). De indianen rookten de gedroogde tabaksbladeren in handgemaakte houten pijpen. De zeelieden namen deze gewoonte al spoedig over. Op de lange zeereizen werd de honger stillende werking van het roken al snel gewaardeerd. Via de zeevaart werd het roken geïntroduceerd in de Europese havensteden. Vast staat dat in de tweede helft van de 16e eeuw het fenomeen roken bekend was in steden als Amsterdam, Hoorn en Enkhuizen. De oudst bekende schriftelijke vermelding stamt uit Enkhuizen, waar het "roken op kerkelijke hoogtijdagen" werd verboden.
Met de verbreiding van het pijproken ontstond o.a. in Nederland een bloeiende pijpnijverheid. In tegenstelling tot de houten Indiaanse pijp werd in Europa gewerkt met witbakkende klei als grondstof. Vanaf ongeveer 1600 ontstaan overal pijpmakerijen. De benodigde klei wordt in steeds grotere hoeveelheden ingevoerd vanuit omringende landen.
De grotere steden stonden (net als nu nog vaak) tolerant ten opzichte van nieuwe gewoonten. Roken werd in eerste instantie in Amsterdam dan ook snel geaccepteerd, veel sneller als op het platteland. De snelle groei van de Amsterdamse bevolking zorgde er tevens voor dat de produktie van, en de handel in, rookartikelen van groot economisch belang werd. Amsterdam diende daarbij als toevluchtsoord voor de eerste generatie pijpmakers die uit Engeland kwam. De fabrikage van pijpen werd al snel een echte vorm van industrie. De toenmalige seriematige produktie, met specialisten voor elke stap in het fabrikageproces, kende grote overeenkomsten met het nu zo verafschuwde lopende-band-werk.
Het pijpmaken nam in die tijd in Amsterdam zo'n vlucht dat er zelfs een periode een wekelijkse pijpenmarkt werd gehouden. Er bestaan dan, alleen in Amsterdam zelf al, inmiddels tientallen pijpmakerijen.
Het succes van de pijp zorgt er voor dat ook in andere steden pijpnijverheid ontstaat. Het meest succesvol is daarin Gouda. Daar heeft men namelijk veel meer oog voor de kwaliteit en het uiterlijk van de pijp. Mede als gevolg van de Hollandse welvaart is er steeds meer aandacht voor de pijp als modeartikel.
Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat Amsterdam de toppositie kwijtraakt en niet meer herovert. Ondanks de belemmeringen die men de Goudse pijpmakers oplegt (heffen van belasting bij verkoop op de Amsterdamse markt) neemt Gouda de leidende rol over. Men sticht daar een eigen pijpenmarkt en houdt de koppositie vast tot ongeveer 1750.
Daarna komt de klad erin. Niet alleen wordt de produktie te duur (arbeidstijdverkorting en loonstijging); ook krijgt de consument meer interesse voor snuiftabak, de sigaar en later ook de sigaret. De pijp neemt met het ingaan van de 20e eeuw een zeer bescheiden minderheidspositie in. Als dan tenslotte ook de veel duurzamere houten pijp zijn intrede doet is het definitief gedaan. Het maken van kleipijpen gebeurt nu alleen nog heel kleinschalig als toeristische attractie.
Ik moet bekennen dat ik op mijn 19e ben begonnen met het roken van pijp, het begon als grapje en liep al snel uit de hand toen ik elke avond met mijn raam open, ongeacht de temperatuur, aan de pijp smoorde en genoot van de zoete smaken op mijn tong. Smaken zoals 'Scandinavic Aroma' en 'Vanilla Cream'.
Zijn er hier nog meer mensen die pijproken? Zoja, welke soorten tabak roken jullie?
Goede winkel mbt pijpen(hihi):
http://www.thepiperoom.com/pipes/Churchwardens/churchwardens.html
Voor de gezondheidsrisico's:
www.gatocheensdood.nl
[Dit bericht is gewijzigd door R. op 14-11-2007 13:57]