quote:
Op 22 augustus 2010 13:34 schreef Nyghtshade het volgende:
Voor mij is het centrale idee van Nietzsche het principe van de übermensch. Nee, niet wat die hitler ervan gemaakt heeft.
De übermensch is de persoon die zijn eigen potentieel tot verbetering erkent en gebruikt.Het staat voor persoonlijke verantwoordelijkheid. Daarom had Nietzsche een hekel aan het christendom, omdat daar volgens hem de verantwoordelijkheid werd afgeschoven op de zogenoemde heiland jezus.
Voor de übermensch geldt gewoon dat je je pro-actief steeds verbetert en dat je leert van je fouten waardoor je dus weer beter wordt dan je was.
Het centrale idee bij Nietzsche was 'strijd'. Alles was bij en voor hen strijd. Zijn debatclubje aan de unni, 'Germania', bijvoorbeeld, was puur strijd. Zijn medestudenten vonden het snel ook niet meer leuk.
Nietzsche had geen hekel aan het christendom als christendom. Hij vond het christendom juist een erg waardevol middel. Lees 'Die Füliche Wissenschaft' maar. De dwaas die daarin de 'gelovige' intellectuelen komt vertellen dat God dood is.
Nietzsche had een hekel aan waarheidspretenties en dat is nou eenmaal wat religies doen. Claimen DE waarheid te bezitten. En gezien Nietzsche in christelijk Europa leefde projecteerde hij die haat op het christendom. Als hij in Iran oid had geleefd was de islam de sjaak geweest. Waar de categorieën van het subject bij Kant nog een transcendente basis (waarheid)?)) hebben zijn vergelijkbare begrippen in Nietzsche’s denken compleet relatief en zijn het dus geen relatieve, door het subject, afgeleidde ‘waarden’ van iets transcendents.
Door de wereld een waarheid op te leggen (dmv b.v. een universele religie (en christendom en islam hebben die universele ambities) vervalt de strijd. Iedereen heeft dan dezelfde waarheid waardoor de noodzaak tot strijd vervalt en daarmee, voor Nietzsche, de betekenis en nut van het bestaan. Het is immers die strijd die we moeten gebruiken om iets boven/buiten/voorbij menselijks te worden en dus übermensch te zijn.
‘De’ ‘übermensch’ is overigens niet iets concreets, maar iets vaags dat de mens, waarschijnlijk, nooit zal bereiken, maar desalniettemin nastrevenswaardig is.