Inventieve inktvissen
Sepia’s kunnen missende informatie in een beeld aanvullen
Door: Nadine Böke
Flora & Fauna
Inktvissen zijn ware meesters van camouflage. En ze blijken nog beter te zijn in het herkennen van patronen dan gedacht. Geef een sepia een onderbroken cirkel, en hij maakt er zelf een steen van.
Wie ooit tijdens het snorkelen of duiken inktvissen is tegengekomen, is het hier vast mee eens: het zijn enorm fascinerende dieren. Ze lijken met hun aparte lichaam door het water te zweven in plaats van te zwemmen, en kijken je met hun enorme, goed ontwikkelde ogen recht aan. Maar hun meest bijzondere eigenschap is het vermogen om zich razendsnel aan te passen aan de kleur en het patroon van hun ondergrond. Zodat roofdieren hen niet zien. De zeewezens doen dit met behulp van de speciale pigmentcellen in hun huid, waarmee ze een groot scala aan kleuren kunnen genereren.
Die pigmentcellen zitten zo dicht opeen gepakt, dat als je de vergelijking zou trekken met menselijke apparaten, inktvissen een hogere resolutie hebben dan een gemiddeld computerscherm. (Voor de kenners: de dichtheid van de pigmentcellen komt overeen met 359 DPI).
In het blad Proceedings of the Royal Society B. van deze week valt te lezen dat inktvissen nog beter zijn in het naboosten van kleuren en vormen dan wetenschappers dachten. Zij kunnen namelijk als er een stukje informatie “mist” in het beeld waar zij boven zweven, dit aanvullen. Een drietal biologen, onder leiding van Sarah Zylinski, deed in Frankrijk proeven met inktvissen van de heel algemene soort Sepia officinalis (de gewone zeekat). Zij vingen een aantal van deze dieren in de Middellandse Zee en lieten hen, in het laboratorium, rondzwemmen in bakken waar ze vellen papier met tekeningen erop hadden gelegd. De tekeningen waren vrij simpel: cirkels, onderbroken cirkels, of kleine, losse fragmenten van cirkels.
Als de sepia’s boven een uit niet meer dan een lijn bestaande cirkel zwommen, verscheen er op hun bovenlijf een ingekleurde cirkel. Alsof ze boven een rond object zwommen; wat in de vrije natuur ook het geval zou zijn. Een steentje op de bodem, bijvoorbeeld. Ook cirkels die uit een onderbroken lijn bestonden, werden door de inktvissen aangevuld tot een “rond object”. Maar als de gaten in de lijn te groot werden, of als losse fragmenten van de cirkel ten opzichte van elkaar gedraaid werden, dan herkenden de sepia’s het niet meer als een ronde vorm. In zulke gevallen gaven ze slechts vlekken weer op hun huid.
Dit vermogen om missende informatie aan te vullen is in het wild ongetwijfeld handig voor de dieren. Als je bijvoorbeeld boven een bodem vol ronde steentjes zou zweven, terwijl het steentje onder je net bedekt is met zand, kun je als inktvis beter niet een patroon vol kleine vlekken weergeven, maar dat van een volledige steen. Anders val je alsnog op voor dieren die wel van een portie calamaris houden.
Tijd dat er een interface voor computer en inktvis komt. of een monitor van inktvissenleer.