Welke E-nummers en additieven bevatten dierlijke producten ?
Deze vraag wordt zeer regelmatig gesteld, door mensen met een geheel verschillende achtergrond, zoals vegetariers, veganisten, moslims, joden en andere groepen die om persoonlijke of religieuse redenen geen dierlijke producten willen/mogen eten.
In dit document willen we aangeven welke E-nummers mogelijk een dierlijke oorsprong hebben. Ook producten, waarvan de naam lijkt op een dierlijk product, maar die niet van dierlijke oorsprong zijn, worden aangegeven.
Onderstaande producten kunnen dierlijke elementen bevatten. Bij een groot aantal is de oorsprong duidelijk, een aantal andere producten bevatten vetzuren, deze kunnen dierlijk of plantaardig zijn (zie onderaan de tabel).
Veganisten dienen al deze nummers te vermijden, om zeker te zijn dat ze geen dierlijk materiaal binnen krijgen. Andere groepen kunnen aan de hand van de oorsprong bepalen of producten geschikt zijn of niet.
Niet dat ik ietwat vegetarisch ben ofzo, maar ik heb het bijvoorbeeld niet zo op schildluizen, terwijl een gehaktbal wel regelmatig op mijn bord ligt, maar ja, wat zit daar uiteindelijk in....
Bijvoorbeeld:
Karmijn, of eigenlijk karmijnzuur, is een natuurlijk organisch en dierlijk pigment dat in aquarelverf en olieverf wordt gebruikt, maar ook wordt gebruikt als kleurstof voor voedingsmiddelen, of bijvoorbeed in cosmetica zoals lippenstift. De kleurstof wordt ook in alcoholische dranken gebruikt. Het pigment heeft E-nummer E120. In cosmetica heeft de stof nummer CI 75470. Karmijn heeft een naar paars zwemende rode kleur.
Winning en geschiedenis
Karmijn wordt gewonnen uit een soort schildluis, ofwel de cochenille, Dactylopius coccus Costa. Deze luis leeft op schijfcactussen, bijvoorbeeld de Opuntia coccinellifera of de Nopalea cochenellifera. De luis scheidt een witachtige waslaag af. Alleen de vrouwtjesluizen worden gebruikt. De mannetjes hebben vleugels en leven kort, net lang genoeg om de vrouwtjes te bevruchten zodat deze eitjes kunnen leggen. Ook uit de eitjes wordt karmijn gewonnen, ook wel karmijnextract genoemd.
Om karmijn te winnen uit deze luis zijn enorme hoeveelheden van de vrouwelijk luizen nodig. Er bestaan dan ook in Peru, Mexico, Guatemala en Honduras plantages van de cactussen waarop de karmijnluizen worden aangebracht. Ook op de Canarische eilanden vindt deze teelt plaats. Andere varianten komen uit Polen (Porphyrophora polonia) en uit Armenië (Porphyrophora hameli). 80% van de wereldproductie (rond 2004) komt echter uit Peru.
Karmijn schijnt al bekend te zijn geweest bij de Inca’s en de Azteken. Na de verovering door de Spanjaarden gingen deze verder met de cochenillecultuur. Hernán Cortés nam de stof waarschijnlijk mee naar Europa, maar het werd voor het eerst beschreven door Mathioli in 1549.
De cochenilleluis wordt in grote hoeveelheden van de cactus afgeschept. De luizen worden geplet en het vocht wordt gemengd met andere stoffen, zoals tin of aluin om het kleurecht te maken.
Van een hectare kunnen 300-400 kilo luizen gewonnen worden. In één kilo zitten rond de 140.000 luizen.
Toepassing
De acceptabele dagelijkse inname (ADI) van karmijn bedraagt 5 mg/kg lichaamsgewicht. Omdat de stof van dierlijke oorsprong is, willen sommige vegetariërs de kleur niet gebruiken.
De kleurstof is vrij slecht lichtecht en heeft geen sterke kleurkracht. Daarom wordt tegenwoordig in de schilderkunst vaker het sterk op deze kleur lijkende kraplak gebruikt, dat uit steenkoolteer wordt gewonnen
De Cochenilleluis, afkomstig uit Zuid-Amerika en Mexico wordt gekweekt om zijn karmijnrode kleurstof.
De luis is als parasiet te vinden op de schijven van de cactussoort Opuntia. Het pigment wordt vooral uit de eitjes en in mindere mate uit het bloed van de schildluis gewonnen.
Kort voordat de luizen eitjes leggen, worden ze handmatig van de cactus afgeschept. Vervolgens worden de luizen gedood. De kleurstof wordt verkregen nadat ze gedroogd, gemalen en gefilterd worden. De kleurvastheid wordt verkregen door toevoegingen van tin of aluin.
Toch ook uit bloed maar in mindere mate en ze worden gefilterd , dus alleen de kleurstof zit in de smarties, niet de pootjes. Verder zit het tegenwoordig ongeveer overal in in
alle rode snoepjes , in wicky, in roze koeken, in yoghurt met aardbeiensmaak, in drinkyoghurt etc etc.
Goddamn! M&m's vreet ik niet, maar ik drink liters Wicky per week...
Vreemd dat dit alleen in de EU zo is, bijv in de USA , daar moet men gewoon de producten bij naam noemen.
[Dit bericht is gewijzigd door Wansmaak op 21-07-2007 13:19]