Argus |
Our fate is written in the web. Woven by the Norns |
|
|
|
Posted 13-12-2006 12:12 by Argus |
|
|
JYHAD !
Strenge aanpak in Schotelcity
Marokkaanse jongeren
door Dorien Pels
Amsterdam kampt met Marokkaanse jongens die wijken terroriseren. Medewerkers van de gemeente bezoeken ouders nu om hen aan te spreken op het gedrag van hun zoons. Als de ouders niet meewerken, worden ze gekort op hun uitkering.
De boodschap die Phil Tja-A-Lien (41) brengt is hard. Als u nu niets doet, loopt het geheid slecht af met uw zoon. En in het geval van Abdel (17) en zijn ouders is de boodschap ook aangekomen. „Op het laatst zaten ze alle drie te snikken aan tafel.” Dit overigens pas nadat Tja-A-Lien al zijn overredingskracht heeft moeten inzetten om verder te komen dan het trapportaal. „Ik zeg dan dat we namens burgemeester Cohen komen, dat het heel belangrijk is dat ze ons binnenlaten.”
Moeder belde Abdel en vader, die beiden binnen tien minuten thuis waren. Vader liep zwijgend naar de keuken, om te eten. „Vader moest er van ons bij komen en deed dat na enige tijd. We legden hem de feiten voor: dat Abdel hoort bij een groep die overlast veroorzaakt, dat hij betrokken is bij het stelen van brommers. We hebben afgesproken dat Abdel voortaan om zes uur thuis moet zijn, dat de ouders daarop toe gaan zien, en dat wij hem zouden helpen met het zoeken naar een baantje.” De afspraken zijn vastgelegd in een ’contract’ dat is ondertekend door de ouders.
Het zijn spannende tijden voor de pas opgerichte Stichting Aanpak Overlast Amsterdam. Vanuit een kantoortje in de Amsterdamse wijk Slotervaart probeert een klein team, in opdracht van de gemeente, op een nieuwe manier de overlast van jongeren op straat tegen te gaan. De eerste vier gezinnen zijn deze week thuis opgezocht en bij allemaal heeft Tja-A-Lien afspraken gemaakt met de jongens en hun ouders. De jongens zijn lid van een vriendenclub die rondhangt rond het Sierplein, een winkelcentrum.
Slotervaart heeft hele straten met naoorlogse flats waar vrijwel uitsluitend Marokkaanse gezinnen wonen. In 1998 trok het stadsdeel landelijk de aandacht omdat honderden jongeren protesteerden tegen de politie. Veel leden van de Hofstadgroep zijn er opgegroeid. ’Schotelcity’ is de bijnaam van de kinderrijke wijk.
Zeven mensen van Marokkaanse afkomst zijn ’s avonds inzetbaar om mee te gaan op huisbezoek, variërend van studenten tot ambtenaren. De bedoeling is dat ze, als ze zijn ingewerkt, de harde boodschap gaan overbrengen. Ze zijn geworven door Mourad Taimounti (26), die vier jaar raadslid was in het stadsdeel voor het CDA. Taimounti groeide op in de buurt en kent veel in Nederland wonende Marokkanen.
Samen met Tja-A-Lien en projectleider Jack van Midden, die van justitie komt, is hij een van de drijvende krachten achter het project.
Burgemeester Job Cohen is zelf ook al langs geweest op het kantoortje. Het stadsbestuur erkent dat het weinig weerwoord heeft op getreiter op straat door Marokkaanse jeugd. Dat de aanpak zo specifiek op een bevolkingsgroep is toegeschreven, vindt de burgemeester geen probleem. „Twintig jaar geleden waren het Surinaamse jongeren, nu Marokkaanse. Mijn analyse is dat we bij deze groep te maken hebben met een wat lastige mix van traditionele cultuur en Amsterdamse assertiviteit.”
Zo nodig zullen ouders ook worden gekort op hun uitkering of kinderbijslag. Op kleine schaal is in Amsterdam en Rotterdam al geëxperimenteerd met het op die manier straffen van ouders, via een bepaling in de wet Werk en Bijstand. Of dat juridisch houdbaar is, moet nog blijken.
Abdel en zijn familie zijn als ’licht-problematisch’ bekend bij het stadsdeel. Over Abdel zeggen deskundigen dat hij verstandelijk gehandicapt is, met een IQ van 60. Samen met een groep vrienden uit de buurt drijft hij winkeliers en buurtbewoners tot wanhoop. De jongens zijn luidruchtig, maken ruzie met de sigarenman en hebben een grote mond.
Er is onlangs zes weken een hulpverlener geweest in het gezin. Toen die weg ging, was de conclusie dat Abdel een zinnige dagbesteding moest krijgen. Dat zou geregeld worden door een gesubsidieerde organisatie die mensen ’met een grote afstand tot de arbeidsmarkt’ aan werk helpt. Maar die kon niks voor hem vinden en heeft het daarbij gelaten. Tja- A-Lien: „Ik ben rond gaan bellen voor deze jongen en heb via via geregeld dat hij stage kan lopen bij de landmacht. Dat ziet hij wel zitten.”
In dezelfde, eerste week van het project is ook Hicham (17) thuis bezocht. Hicham zit in dezelfde vriendengroep als Abdel en is dit jaar nog niet komen opdagen op zijn opleiding tot autotechniek. „Toen wij daar zaten, werd duidelijk dat vader helemaal niet wist dat Hicham nooit naar school gaat. Een oudere zuster beheerde de sleutel van de postbus. Een brief van de school met de vraag waar Hicham bleef, had de ouders nooit bereikt.”
Het excuus van Hicham was dat hij de verkeerde boeken had en daarom de les niet in mocht. „Die vader werd kwaad op Hicham, begon hem in ons bijzijn uit te foeteren.” Vader heeft met het team afgesproken dat hij twee keer per week naar school gaat om te controleren of zijn zoon er is; ook Hicham moet voortaan om zes uur thuis zijn.
Ook op straat worden de jongens in de nieuwe aanpak in de gaten gehouden. Zogenoemde ’straatcoaches’ volgen de probleemjongeren zonodig 24 uur per dag en zeven dagen per week, en spreken hen aan op hun gedrag. De coaches zijn van het beveiligingsbedrijf To Serve and Protect en lopen via de achterdeur van het projectkantoor in en uit, voor koffie en om op te warmen.
De coaches zijn oude bekenden in het stadsdeel. Eerder zorgden ze, op verzoek van de gemeenten, al dat het rustig werd op het metrostation Lelylaan, dat een tijd lang een broeinest was voor criminele jongeren. Directeur Marvin Irion van het beveiligingsbedrijf werft zijn werknemers het liefst van de straat. „We leren ze dat ze hun naam zeggen als ze de telefoon opnemen, in plaats van ’Yo, what’s up?’, maar verder heb ik liever dat ze zo dicht mogelijk bij de doelgroep blijven.”
In tweetallen lopen of fietsen de coaches in de wijk, nu tot middernacht, maar in de zomer waarschijnlijk ook tot later. Huisbezoeker Tja-A-Lien: „Wij rapporteren onze bevindingen aan de straatcoaches. Zij houden nu ook Abdel en Hicham in de gaten. Dat vertellen we hen en hun ouders ook. Hoewel we het pas een paar dagen doen, zijn ze ’s avonds niet meer op straat gesignaleerd.” En dat wil wat zeggen. „Je zou misschien denken dat dit zielige types zijn, maar op straat hebben ze aanzien. Ze hebben een vriendin, ze zijn stoer. Abdel vond het allemaal wel lekker makkelijk: niemand die hem achter de vodden zit.”
Tja-A-Lien begeleidde tot voor kort via de reclassering jongens die al in de harde criminaliteit waren beland. „Die jongens waren eerst allemaal zo. Een diefstalletje, grote mond, ruzie thuis. Op hun achttiende zie je dan de eerste inbraak, de tweede straatroof, tot ze bij justitie geclassificeerd worden als ’stelselmatige daders’.”
Vaak begint het al jong. Jongetjes van acht die een karretje volladen en bij de kassa gewoon weglopen, zodat de caissière alles moet terugzetten. De kleintjes genieten vaak bescherming van hun oudere broers. „Ze zeggen: als je mij wat doet helpt mijn broer me, als je hem wat doet mijn oom”, zegt Andy Nora (24) van to Serve and Protect. „Ik houd ze dan voor: het helpt jou niks als zij om jou in de gevangenis belanden. Dat beamen ze dan ook wel weer.”
Nora is een gedrongen Surinamer met lang rastahaar. Hij geniet bekendheid als freefighter, en dat dwingt respect af op straat. Net als de andere coaches draagt hij een grijs jack met een witte adelaar op de borst en het woord ’Straatcoach’ op de rug.
Nora fietst rond samen met Nordin Touimi (26). „Veel van die jongens hebben het achter de ellebogen”, vertelt Touimi. „Ze herkennen ons, komen naar ons toe om ons een hand te geven. Maar als we weg zijn, gaan ze net zo hard door met het uithalen van rottigheid.”
Als een lopend vuurtje gaat het door de buurt dat de coaches er zijn. Winkels maken graag gebruik van het extra toezicht, net als scholen. En verschillende stadsdelen hebben ook al aangegeven mee te willen doen. Projectleider Van Midden gaat de werkzaamheden binnenkort uitbreiden naar het aangrenzende stadsdeel Osdorp, waar acht groepen jongeren overlast geven.
Van Midden: „Onze kracht moet zijn dat we snel ingrijpen: binnen een dag een gesprek met de ouders, een dag later terugkomen voor afspraken. We zien nu dat jongens te lang moeten wachten op hulpverlening, op passend werk. Dat niemand van elkaar weet welke hulpverleners in het gezin zijn. Wij willen uit die stroperigheid blijven.’’
„Er wordt nu nog te veel overlegd en te weinig gedaan”, beaamt stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch, die mede vormgaf aan de aanpak. Toen hij na de vorige gemeenteraadsverkiezingen voor de PvdA aantrad als ’eerste Marokkaanse burgemeester’, kreeg hij lijsten voor zijn neus met de namen van jongens die overlast gaven.
„Ik dacht: ik heb hier namen en adressen, ik bel op en nodig de ouders uit voor een gesprek. Ha! Nou, dat heeft wat teweeggebracht. Hulpverleners die riepen: nee, je kunt ze niet samen uitnodigen, binnen de Marokkaanse gemeenschap heerst een schaamtecultuur”, zegt Marcouch, zelf op zijn tiende uit Marokko naar Nederland gekomen. „Misschien dat een witte bestuurder zich daardoor had laten afschrikken, maar ik zeg: ze moeten zich inderdaad schamen. Voor het gedrag van hun kinderen.” Marcouch moest ook tekst en uitleg komen geven in het jongerencentrum in de buurt. „’Hoe kwam je aan mijn adres?’ Superverontwaardigd waren ze. Die jongens wisten niet eens dat ze op de lijsten voorkwamen.”
Born to bleed. Fighting to succeed. Build to endure what this world throws at me.. Mag ik u verder een boeketje haagsche bloemen aanbieden?
|