Halsema roept progressieven op tot islam-kritiek
GroenLinks-leider Femke Halsema roept haar collega’s op zich uit te spreken over de islam. Volgens haar wordt het hoog tijd dat politici zich uitspreken over de positie van vrouwen en homoseksuelen binnen islamitische gemeenschappen.
„De hartstocht die wij aan de dag leggen om praktiserende homoseksuelen toegang te geven tot het reformatorisch onderwijs en SGP-vrouwen tot de Kamer, moeten wij ook tentoonspreiden om islamitische homo’s en vrouwen hun vrije keuze te laten maken”, zei Halsema zaterdag tijdens een lezing in de Utrechtse Jacobikerk over godsdienstvrijheid.
„Veel progressieven hebben last van terughoudendheid als het gaat om de orthodoxe islam. Het is een kwetsbare groep. Het is ingewikkeld als zo’n kwetsbare groep mensen bekneld raakt.” Daar heeft Halsema begrip voor, maar ze vraagt om een genuanceerde benadering, waarin politici ’vrijheid beschermen en onvrijheid in eigen kring bekritiseren’. Dat betekent volgens Halsema bijvoorbeeld dat linkse politici de directie van de Belgische school moeten steunen, als daar om dwang te voorkomen een hoofddoekverbod wordt ingevoerd. Maar ook dat de politie-agente die graag een hoofddoek draagt, dat moet kunnen doen.
„Ik ben ervan overtuigd dat er in Nederland duizenden moslimvrouwen zijn die – door islamitisch gezag dwingend voorgeschreven en door vaders, ooms en zonen trouwhartig nageleefd – te weinig bewegingsvrijheid kennen. Daarbij helpt het niet dat ze financieel afhankelijk zijn. En dikwijls laagopgeleid. Ik wil mijn ogen er niet voor sluiten dat veel vrouwen zo leven omdat er voor hen geen eerbaar alternatief is.”
Volgens Halsema – zelf ongelovig, maar na twaalf jaar politiek bekend met alle gevoeligheden – laten progressieven zich te snel in het defensief drukken. Er zijn twee smaken: men is ofwel multiculturalist, of islamhater. Halsema wil daar niets van weten. Van haar mag iedereen geloven hoe en wat hij wil, als het maar een vrije keuze is. „Veel salafistische, orthodoxe opvattingen hebben brede steun in de Nederlandse islamitische gemeenschap. Dat zijn opvattingen over theocratie, over de gelijkwaardigheid van man en vrouw en van hetero’s en homo’s. Deze opvattingen worden van bovenaf dwingend opgelegd en hebben grote gevolgen voor de vrijheid van met name vrouwen en homoseksuelen.
„Ik zie in mijn wijk te vaak dat meisjes worden uitgescholden als ze geen hoofddoek dragen”, zei Halsema na afloop. „Dat noem ik dwang. Net als suggereren dat het je eigen schuld is dat je wordt verkracht als je geen hoofddoek draagt. Dat kan natuurlijk niet. Daar wil ik over in gesprek gaan.”
Tegelijk met het congres van GroenLinks over godsdienstvrijheid organiseerde de ChristenUnie eenzelfde debat, met de titel ’vrijheid’. Na afloop reisde CU-voorman André Rouvoet af naar Utrecht, om zich te voegen bij GroenLinks. In reactie op Halsema zei hij te vrezen voor te veel staatsbemoeienis met het thuisleven. Ook ziet hij haar pleidooi als een ’instrumentele benadering van de grondrechten’: hij is bang dat Halsema de mensenrechten inzet voor emancipatie. Halsema: „Ik wil niet achter de voordeur kijken, maar een debat.”
Citaten uit de toespraak van Halsema
Er mocht en mag in ons vrije land geen enkele vorm van gewetensdwang zijn. Dit betekent dat geen mens mag worden afgehouden van zijn religieuze overtuigingen. Als je door je religieuze overtuigingen bijvoorbeeld vervuld bent van een diepe weerzin over euthanasie dan moet je daar ten alle tijde uiting aan kunnen geven, en mag je je ook beschermd weten tegen de praktijk van euthanasie. Tegelijkertijd kunnen religieuze overtuigingen anderen – ongelovig en gelovig – niet afhouden van hun wens euthanasie te erkennen en in hun eigen leven toe te laten.
Vrij naar Bas de Gaay, geldt voor mij dat godsdienstvrijheid in de eerste plaats een individueel recht is.
(...)
De staat komt een belangrijke taak toe om deze individuele vrijheid te beschermen. Dat betekent dat de staat gelovigen moet vrijwaren van vernedering. Let wel (zeg ik daar nadrukkelijk bij), vernedering is niet hetzelfde als belediging, als het lasteren van God of het hard bekritiseren van heilige boeken. Bij belediging komt de staat wat mij betreft geen taak toe.
Godsdienstvrijheid betekent – wat mij betreft ook – dat geloof, het je beroepen op god, niet mag leiden tot het veroordelen of uitsluiten van andersdenkenden. Het mag er ook niet toe leiden dat gelovigen worden bekneld in hun levensstijl of in hun hoogstpersoonlijke wijze van geloven.
Er lijken ook maar 2 smaken. Je bent anti-religie en dan wil je godsdienst, ik bedoel natuurlijk de Islam, weren uit de publieke sfeer en het liefst uit heel Nederland. Je bent pro-religie en dat betekent in het gepolariseerde debat ook dat je een moslimknuffelaar bent en een relativist die de sharia wil invoeren (dit is een vrije vertaling van het werk van Wilders).
Progressieve politici nemen veel te weinig ruimte. Ze laten zich in het defensief drukken door de harde, dikwijls discriminerende taal van Wilders. Ze laten zich verscheuren tussen de wens solidair te zijn met een Islamitische minderheid die zich verdrukt voelt en het besef dat binnen veel islamitisch geloofsgemeenschappen de positie van minderheden (bijv. vrouwen en homoseksuelen) treurig is. Ze laten zich, met andere woorden, in 1 van de twee posities drukken: pro-religie of anti-religie.
Progressieve partijen komt een taak toe om in het gepolariseerde debat dat wij nu kennen de godsdienstvrijheid te verdedigen. Dat betekent de vrijheid om te geloven zoals jij dat wil, zonder beperkingen opgelegd door de staat.
Ons komt ook de taak toe om de confrontatie te zoeken met die gelovigen, die islamitische voorgangers, die gewetensdwang uitoefenen op de minderheden in eigen kring. Ik vind dat we dat meer moeten doen dan de afgelopen jaren is gebeurd.
http://www.trouw.nl/nieuws/politiek/article3246859.ece/Halsema_roept_progressieven_op_tot_islam-kritiek__.html
Goed zo

Mag nog een tikje 'harder' en wat meer in het publiek uitgedragen worden, maar dit is een goede stap voorwaarts
edit: hier meer:
http://tweedekamer.groenlinks.nl/node/54467
Nog een mooi citaat:
De Islam hoort bij Nederland, zij mag ook haar plek hebben in de publieke sfeer. Moslims moeten er zeker van kunnen zijn dat zij niet vernederd worden. Voorstellen voor een hoofddoekjesverbod in publieke functies, of nog erger een verbod op de Koran, zijn onacceptabele vormen van geloofsvernedering.
Maar even zo onacceptabel is het dat vrouwen (en mannen) vanuit hun geloof gedwongen worden een leven te leiden dat strijdig is met alle andere vrijheden en grondrechten die wij hoogachten: gelijkberechtiging van man en vrouw, de vrijheid van expressie, de vrijheid van geloofsafval.
[Dit bericht is gewijzigd door ZelThoR op 11-10-2010 11:40]