Gemene Lepel |
|
|
|
|
Posted 12-11-2007 18:24 by Gemene Lepel |
|
|
quote: Op 12 november 2007 18:07 schreef Fusion het volgende:
Marten Luther
quote: Luther en de maatschappelijke ordening
Wat betekende dit voor de maatschappelijke ordening? Luther is bepaald niet onduidelijk:
Zelfs indien de dragers van het gezag slecht zijn en goddeloos, is toch het gezag en zijn macht goed en van Godswege. (...) Derhalve, waar macht aanwezig is en bloeit, daar zij en blijve deze omdat God zo bevolen heeft.
Aan het volk komt niet het recht toe in opstand te komen tegen de wereldlijke macht. Luther:
Hoe slecht het bestuur ook moge zijn, toch zou God het dulden van zijn bestaan verkiezen, liever dan het gepeupel toe te staan te muiten, met hoeveel recht zij ook mogen handelen. (...) Een vorst hoort vorst te blijven, welk een despoot hij ook moge zijn. Hij onthoofdt noodzakelijkerwijs toch maar weinigen, daar hij onderdanen moet bezitten om heerser te kunnen zijn.
De man die zelf rebelleerde tegen de katholieke kerk, maar dit aanvankelijk niet wilde doen, schreef over het rebel zijn:
Laat daarom ieder die moorden, rammeien en steken kan, openlijk of geheim, het goed in gedachten houden dat niets giftiger, nadeliger en duivelser zijn kan dan een rebel.
Luther en antisemitisme
Luther was in eerste instantie redelijk positief in zijn oordeel over de Joden. Hij vond het niet vreemd dat de Joden zich nooit bekeerd hadden, omdat de kerk er zo slecht aan toe was dat deze hen alleen maar kon afstoten van het christelijk geloof. Hij verwachtte dan ook dat bij verdere doorwerking van de Reformatie de Joden christenen zouden worden. In 1523 deed Luther nog een aanval op de katholieke kerk over hoe slecht zij de Joden behandeld zou hebben.
Hij bleef echter niet op dit standpunt staan. In 1543 verscheen het pamflet Over de Joden en hun leugens (Wider die Juden und ihre Lügen) wat eigenlijk niks anders is dan een aanklacht tegen de Joden. In dit pamflet staan 7 maatregelen die tegen de Joden genomen moeten worden:
1. Synagogen en Joodse scholen moeten in brand gestoken worden.
2. Huizen van Joden moeten afgebroken en verwoest worden.
3. Joodse gebedsboeken moeten afgenomen worden.
4. Rabbijnen en andere Joodse geletterden moet, op straffe van de dood, verboden worden ooit nog iemand het Joodse geloof te leren.
5. Sieraden en geld van de Joden moet afgenomen worden.
6. Joden mogen zich niet meer op straat vertonen.
7. Joden moeten opgepakt worden en in werkkampen gestopt worden.
De afkeer van Luther van de Joden is waarschijnlijk te verklaren uit zijn teleurstelling over het uitblijven van hun bekering. Hij uitte zich echter niet alleen heftig tegen de Joden en was even fel in zijn bestrijding van de wederdopers en de rooms-katholieken.
Luthers anti-judaïsme maakte de lutheranen in de twintigste eeuw ontvankelijk voor nationaal-socialistische propaganda, die naast het anti-semitisme ook het Germaanse karakter van de reformatie beklemtoonde. Het racistische motief voor de vervolging door de nazi's was echter vreemd aan Luthers theologisch gemotiveerde afwijzing van de Joodse religie. Zijn "Endlösung" voor de aanwezigheid van Joden in de samenleving was bekering tot het christelijk geloof, niet de gaskamer.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Maarten_Luther
Grey over Kristalnacht: "Als de Joden destijds ook aanslagen hadden gepleegd dan had ik de nazi's misschien wel begrepen."
|